STOP DE BEPERKINGSWET – ONDERNEEM NU ACTIE!!!
(Senate Bill 686) MOD APPROVED
Het onderstaande formulier van EFF maakt het heel gemakkelijk om uw vertegenwoordigers te bereiken. Laat hen weten dat u dit breed opgezette wetsvoorstel niet steunt. Dit wetsvoorstel is zo breed geschreven dat het kan worden gebruikt om cryptotransacties, open source tools, vpn-gebruik en meer aan te pakken.
JONGENS, DIT IS ONPARTIJDIG EN HEEFT EEN GROTE KANS OM AANGENOMEN TE WORDEN!
LAAT JE STEM HOREN! GEBRUIK DEZE LINK voor vertegenwoordigers
Stop de RESTRICT Act en neem echte privacywetgeving aan.
118e congres, 1e Zitting, S. 686
Om de minister van Handel te machtigen bepaalde transacties tussen personen in de Verenigde Staten en buitenlandse tegenstanders te onderzoeken en te verbieden, en voor andere doeleinden.
IN DE SENAAT VAN DE VERENIGDE STATEN
7 maart 2023
De heer Warner (voor zichzelf, de heer Thune, mevrouw Baldwin, mevrouw Fischer, de heer Manchin, de heer Moran, de heer Bennet, de heer Sullivan, mevrouw Gillibrand, mevrouw Collins, de heer Heinrich, de heer Romney en mevrouw Capito) heeft het volgende wetsvoorstel ingediend; het is tweemaal gelezen en verwezen naar de Commissie handel, wetenschap en vervoer
EEN WETSVOORSTEL
Om de minister van Handel te machtigen bepaalde transacties tussen personen in de Verenigde Staten en buitenlandse tegenstanders te beoordelen en te verbieden, en voor andere doeleinden.
Vastgesteld door de Senaat en het Huis van Afgevaardigden van de Verenigde Staten van Amerika in het Congres bijeen,
SECTIE 1. Korte titel.
Deze wet kan worden aangehaald als de “Restricting the Emergence of Security Threats that Risk Information and Communications Technology Act” of de “RESTRICT Act”.
SEC. 2. Definities.
In deze wet wordt verstaan onder:
(1) geclassificeerde nationale veiligheidsinformatie: informatie waarvan overeenkomstig Executive Order 13526 (50 U.S.C. 3161 note; relating to classified national security information) of een eerdere of latere verordening is vastgesteld dat deze bescherming vereist tegen ongeoorloofde openbaarmaking, en die in documentvorm als zodanig is gemarkeerd.
(2) CONTROLERENDE HOUDING.-De term “controlerende deelneming” betekent een deelneming die direct of indirect en al dan niet uitgeoefend de macht heeft om belangrijke aangelegenheden die van invloed zijn op een entiteit te bepalen, te sturen of te beslissen.
(3) GEDekte deelneming.
(A) betekent, ongeacht hoe of wanneer deze deelneming werd of wordt verkregen of anderszins ontstaat, een rechtstreekse of middellijke zeggenschapsdeelneming in een door ICTS gedekte houdstermaatschappij door…
(i) een buitenlandse tegenstander
(ii) een entiteit die onder de rechtsmacht valt van of georganiseerd is naar het recht van een buitenlandse tegenstander; of
(iii) een entiteit die eigendom is van, bestuurd wordt door of onder zeggenschap staat van een entiteit als omschreven onder i) of ii); en
(B) omvat elk ander bedrijf waarvan de structuur is ontworpen of bedoeld om de toepassing van deze Akte te ontwijken of te omzeilen, behoudens door de Minister voorgeschreven voorschriften.
(4. GEDEKTE TRANSACTIE.
(A) ALGEMEEN.- De term “gedekte transactie” betekent een transactie waarbij een in subparagraaf (B) beschreven entiteit een belang heeft (ook via een belang in een contract voor de levering van de technologie of dienst), of een klasse van dergelijke transacties.
(De in deze alinea beschreven entiteiten zijn:
(i) een buitenlandse tegenstander;
(ii) een entiteit die onder de jurisdictie valt van of georganiseerd is naar het recht van een buitenlandse tegenstander; en
(iii) een entiteit die eigendom is van, geleid wordt door of gecontroleerd wordt door een persoon als beschreven onder A of B.
(C) NIET-VERSLAVING.-De term “gedekte transactie” omvat elke andere transactie waarvan de structuur is ontworpen of bedoeld om de toepassing van deze wet te ontwijken of te omzeilen, behoudens door de minister voorgeschreven voorschriften.
(D) TIMING.-De term “gedekte transactie” omvat een huidige, vroegere of mogelijke toekomstige transactie.
(5. KRITISCHE INFRASTRUCTUUR.- De term “kritieke infrastructuur” heeft de betekenis die aan deze term wordt gegeven in afdeling 1016(e) van de USA PATRIOT Act (42 U.S.C. 5195c(e)).
(6) ENTITEIT.-De term “entiteit” betekent een van de volgende entiteiten, al dan niet gevestigd in de Verenigde Staten:
(A) Een bedrijf.
(B) Een regering, overheidsinstelling, overheidsdienst of overheidscommissie.
(C) Een vakbond.
(D) Een broederlijke of sociale organisatie.
(E) Een partnerschap.
(F) Een trust.
(G) Een joint venture.
(H) Een vennootschap.
(I) een groep, subgroep of andere vereniging of organisatie met of zonder winstoogmerk.
(7) UITVOERENDDE DEPARTEMENT EN AGENTSCHAP.-De term “uitvoerend departement en agentschap” heeft de betekenis die aan de term “uitvoerend agentschap” wordt gegeven in sectie 105 van titel 5, United States Code.
(8) VREEMDE ADVERSAREN.-De term “buitenlandse tegenstander” –
(A) betekent elke buitenlandse regering of elk buitenlands regime waarvan de minister, overeenkomstig de afdelingen 3 en 5, heeft vastgesteld dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan een langdurig patroon of ernstige gevallen van gedragingen die de nationale veiligheid van de Verenigde Staten of de veiligheid van personen in de Verenigde Staten aanzienlijk schaden; en
(B) omvat, tenzij zij door de minister krachtens artikel 6 is verwijderd-
(i) de Volksrepubliek China, met inbegrip van de Speciale Administratieve Regio Hongkong en de Speciale Administratieve Regio Macao;
(ii) de Republiek Cuba
(iii) de Islamitische Republiek Iran;
(iv) de Democratische Volksrepubliek Korea
(v) de Russische Federatie; en
(vi) de Bolivariaanse Republiek Venezuela onder het bewind van Nicolás Maduro Moros.
(9) BEDRIJF.-De term “bedrijf” –
(A) betekent
(i) een aandelenbelang
(ii) een aandeel;
(iii) een effect;
(iv) een aandeel
(v) een belang in een vennootschap
(vi) een belang in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
(vii) een lidmaatschapsbelang; of
(viii) een deelneming, recht of ander equivalent, ongeacht de benaming en de aard ervan; en
(B) omvat, zonder beperking, alle effecten die in een eigendomsbelang kunnen worden omgezet en rechten, warrants of opties om eigendomsbelangen te verwerven.
(10. ICTS-BEDEKTE HOUDENDE ENTITEIT.-De term “ICTS-BEDEKTE HOUDENDE ENTITEIT” betekent elke entiteit die-
(A) eigenaar is van, zeggenschap heeft over of het beheer voert over producten of diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie; en
(B) (i) op enig moment in het jaar voorafgaand aan de datum waarop de betrokken holding naar de president wordt verwezen, ten minste 1.000.000 in de Verenigde Staten gevestigde jaarlijkse actieve gebruikers heeft; of
(ii) waarvan meer dan 1.000.000 eenheden zijn verkocht aan personen in de Verenigde Staten vóór de datum waarop het betrokken bedrijf aan de President wordt voorgelegd.
(11) INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEPRODUCTEN OF -DIENSTEN. Met de term “informatie- en communicatietechnologieprodukten of -diensten” wordt bedoeld alle hardware, software of andere produkten of diensten die hoofdzakelijk bestemd zijn voor het vervullen of mogelijk maken van de functie van informatie- of gegevensverwerking, opslag, opvraging of communicatie met elektronische middelen, met inbegrip van transmissie, opslag en weergave.
(12) MITIGATIEMAATREGEL.-De term “risicobeperkende maatregel” betekent een maatregel die is overeengekomen in een overeenkomst tussen een relevante partij en de federale regering, of waartoe de federale regering opdracht heeft gegeven en waarvan een relevante partij in kennis is gesteld, in een zaak die in het kader van deze wet wordt behandeld, om een risico aan te pakken dat voortvloeit uit een gedekte transactie of dat verband houdt met een gedekte deelneming.
(13) PERSOON: de term “persoon” betekent een natuurlijke persoon, met inbegrip van een burger of onderdaan van de Verenigde Staten of van een ander land.
(14) RELEVANTE UITVOerende DIENST- EN AGENTSCHAPshoofden.
(A) de minister van Financiën;
(B) de minister van Buitenlandse Zaken;
(C) de minister van Defensie;
(D) de procureur-generaal;
(E) de minister van Binnenlandse Veiligheid;
(F) de handelsvertegenwoordiger van de Verenigde Staten;
(G) de directeur van de nationale inlichtingendienst
(H) de administrateur van Algemene Diensten;
(I) de voorzitter van de Federal Communications Commission; en
(J) de hoofden van andere uitvoerende departementen en agentschappen, voor zover van toepassing.
(15) RELEVANTE COMMISSIES VAN HET CONGRESS.
(A) de Commissie handel, wetenschap en vervoer, de Commissie rechterlijke macht, de Commissie binnenlandse veiligheid en overheidszaken, de Commissie buitenlandse betrekkingen, de Commissie bankwezen, volkshuisvesting en stedelijke zaken, de Commissie gewapende diensten, de Commissie reglementen en administratie en de Bijzondere Commissie inlichtingen van de Senaat; en
(B) de Commissie energie en handel, de Commissie rechterlijke macht, de Commissie binnenlandse veiligheid, de Commissie toezicht en verantwoording, de Commissie buitenlandse zaken, de Commissie gewapende diensten, de Commissie huisadministratie en de Permanente Selecte Inlichtingencommissie van het Huis van Afgevaardigden.
(16) SECRETARIS.-De term “secretaris” betekent de minister van Handel.
(17) TRANSACTIE: elke verwerving, invoer, overdracht, installatie, verhandeling of gebruik van informatie- en communicatietechnologieproducten of -diensten, met inbegrip van lopende activiteiten zoals beheerde diensten, datatransmissie, software-updates, reparaties of de levering van datahostingdiensten, of een categorie van dergelijke transacties.
SEC. 3. Aanpak van producten en diensten van de informatie- en communicatietechnologie die een buitensporig of onaanvaardbaar risico vormen.
(a) In het algemeen.- De minister is gemachtigd om, in overleg met de bevoegde hoofden van de uitvoerende departementen en agentschappen, maatregelen te nemen om elk risico dat voortvloeit uit een onder de overeenkomst vallende transactie door een persoon of met betrekking tot een eigendom dat onder de rechtsmacht van de Verenigde Staten valt en waarvan de minister bepaalt dat het –
(1) een buitensporig of onaanvaardbaar risico inhoudt van-
(A) sabotage of subversie van het ontwerp, de integriteit, de fabricage, de productie, de distributie, de installatie, de werking of het onderhoud van informatie- en communicatietechnologieproducten en -diensten in de Verenigde Staten;
(B) catastrofale gevolgen voor de veiligheid of de veerkracht van de kritieke infrastructuur of de digitale economie van de Verenigde Staten;
(C) inmenging in of wijziging van het resultaat of het gemelde resultaat van federale verkiezingen, zoals vastgesteld in overleg met de procureur-generaal, de directeur van de nationale inlichtingendienst, de minister van Financiën en de federale verkiezingscommissie; of
(D) dwingende of criminele activiteiten van een buitenlandse tegenstander die bedoeld zijn om democratische processen en instellingen te ondermijnen of beleids- en regelgevingsbesluiten ten gunste van de strategische doelstellingen van een buitenlandse tegenstander te sturen ten nadele van de nationale veiligheid van de Verenigde Staten, zoals bepaald in coördinatie met de procureur-generaal, de directeur van de nationale inlichtingendienst, de minister van Financiën en de Federal Election Commission; of
(2) anderszins een buitensporig of onaanvaardbaar risico vormt voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten of de veiligheid van personen uit de Verenigde Staten.
(b) Procedure.
(1) ALGEMEEN.-Niet later dan 180 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze wet beoordeelt de minister, in overleg met de betrokken hoofden van de uitvoerende departementen en agentschappen, elke in onderafdeling a) beschreven transactie om-
(A) uiterlijk 180 dagen na de datum waarop de minister met deze toetsing is begonnen, te bepalen of deze transactie een buitensporig of onaanvaardbaar risico oplevert in de zin van onderdeel a), punt 2, en als een onder de richtlijn vallende transactie moet worden aangemerkt; en
(B) met betrekking tot een transactie die een onnodig of onaanvaardbaar risico blijkt op te leveren en als gedekte transactie wordt aangemerkt, bepalen of
(i) de gedekte transactie moet worden verboden; of
(ii) andere maatregelen moeten worden genomen om de gevolgen van de gedekte transactie te beperken.
(2) GEPUBLICEERDE UITLEG.-Indien uitvoerbaar en in overeenstemming met de nationale veiligheids- en wetshandhavingsbelangen van de Verenigde Staten, in coördinatie en samenwerking met de directeur van de nationale inlichtingendienst, publiceert de minister informatie in een gederubriceerde vorm om uit te leggen hoe een gedekte transactie die de minister heeft geweigerd of anderszins heeft afgezwakt krachtens lid 1, voldoet aan de criteria die zijn vastgesteld krachtens onderafdeling (a) of afdeling 4(a).
(3) BEPAALDE VOORSCHRIFTEN VOOR ADMINISTRATIEVE PROCEDURES NIET VAN TOEPASSING. Artikel 553 van titel 5 van de United State Code is niet van toepassing op krachtens lid 1 uitgevaardigde voorschriften.
SEC. 4. Aanpak van deelnemingen in producten en diensten van de informatie- en communicatietechnologie die een buitensporig of onaanvaardbaar risico inhouden.
(a) In het algemeen.- De minister stelt vast welke onder de regeling vallende deelnemingen volgens de minister, in overleg met de betrokken hoofden van de uitvoerende departementen en agentschappen, een onnodig of onaanvaardbaar risico vormen voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten of de veiligheid van personen in de Verenigde Staten, en legt deze voor aan de president.
(b) Procedure
(1) HERZIENING EN VERWIJZING.-De minister stelt bij verordening procedures vast volgens welke de minister, in overleg met de betrokken hoofden van de uitvoerende departementen en agentschappen
(A) bedrijven onderzoekt om na te gaan of deze bedrijven onder de regeling vallen en een buitensporig of onaanvaardbaar risico vormen in de zin van onderafdeling (a); en
(B) verwijzen de onder a) bedoelde bedrijven waarvan is vastgesteld dat zij een buitensporig of onaanvaardbaar risico vormen, naar de voorzitter.
(2) VERWIJZINGEN VOOR DE VASTSTELLING VAN REGELGEVING.- Op elk moment vóór de uitvaardiging van regelgeving of de vaststelling van procedures krachtens punt 1) kan de minister een bedrijf dat krachtens onderafdeling a) als een onder de regeling vallend bedrijf is aangemerkt, aanwijzen en naar de president verwijzen met het oog op maatregelen van de president krachtens onderafdeling c), indien de minister, uitsluitend en naar eigen goeddunken, bepaalt dat die verwijzing in het belang van de nationale veiligheid is.
(3) ADMINISTRATIEVE PROCEDURE VERPLICHTINGEN NIET VAN TOEPASSING.-Subhoofdstuk II van hoofdstuk 5, en hoofdstuk 7, van titel 5, United States Code (algemeen bekend als de “Administrative Procedure Act”) is niet van toepassing op elke doorverwijzing door de Secretaris naar de President van een betrokken bedrijf.
(c) Actie door de Voorzitter.
(1) ALGEMEEN.-Onverminderd sectie 13 kan de president, met betrekking tot een “covered holding” die krachtens onderafdeling a) naar de president is verwezen, indien hij vaststelt dat de “covered holding” een buitensporig of onaanvaardbaar risico vormt voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten of de veiligheid van personen in de Verenigde Staten, de door hem passend geachte maatregelen nemen om afstoting van de “covered holding” af te dwingen, of anderszins het aan die “holding” verbonden risico te verkleinen, voor zover de “covered holding” onder de jurisdictie van de Verenigde Staten valt, met betrekking tot
(A) de activiteiten, activa of eigendommen in de Verenigde Staten van de entiteit waarin de gedekte deelneming wordt gehouden, of van producten of diensten die eigendom zijn van, gecontroleerd worden door, ontworpen, ontwikkeld, vervaardigd of geleverd worden door de entiteit, in de Verenigde Staten worden gebruikt;
(B) alle materiële of immateriële activa, ongeacht waar deze zich bevinden, worden gebruikt om het gebruik van het product of de software van de entiteit in de Verenigde Staten te ondersteunen of mogelijk te maken; en
(C) alle gegevens die zijn verkregen of afgeleid van het gebruik van het product of de programmatuur van de entiteit in de Verenigde Staten.
(2) NIET VERDELBARE AUTORITEIT.-De bevoegdheid om de afstoting van een onder de overeenkomst vallend bedrijf krachtens punt 1) af te dwingen, mag alleen door de president worden uitgeoefend en mag niet aan een andere persoon worden gedelegeerd, behalve zoals beschreven in punt 4).
(3) BEKENDMAKING.- Indien de president bepaalt dat actie moet worden ondernomen overeenkomstig punt 1, maakt de president dit besluit bekend uiterlijk 30 dagen na de datum waarop de minister het betrokken bedrijf overeenkomstig onderafdeling a) aan de president voorlegt.
(4) HANDHAVING VAN DE AFSCHEIDING.- De president kan de procureur-generaal opdragen passende maatregelen te nemen, met inbegrip van maatregelen tot afstoting, bij de districtsrechtbanken van de Verenigde Staten om deze onderafdeling uit te voeren en te handhaven.
SEC. 5. Overwegingen.
(a) Prioritaire gebieden voor informatie- en communicatietechnologie. Bij de uitvoering van de afdelingen 3 en 4 geeft de minister prioriteit aan de evaluatie van
(1) informatie- en communicatietechnologieproducten of -diensten die door een partij bij een gedekte transactie worden gebruikt in een sector die in Beleidsrichtlijn 21 (12 februari 2013; betreffende de beveiliging en veerkracht van kritieke infrastructuur) als kritieke infrastructuur wordt aangemerkt;
(2) software, hardware of andere producten of diensten die integrerend deel uitmaken van telecommunicatieproducten en -diensten, met inbegrip van-
(A) draadloze lokale netwerken
(B) mobiele netwerken
(C) satellietlading
(D) satellietoperaties en -besturing;
(E) kabeltoegangspunten
(F) draadgebonden toegangspunten;
(G) kernnetwerksystemen
(H) lange-, korte- en backhaul-netwerken; of
(I) randcomputerplatforms;
(3) software, hardware of andere producten of diensten die integrerend deel uitmaken van datahosting of computerdiensten waarbij gevoelige persoonsgegevens van meer dan 1.000.000 personen in de Verenigde Staten worden gebruikt, verwerkt of bewaard, of naar verwachting zullen worden gebruikt, verwerkt of bewaard, op enig moment gedurende het jaar voorafgaand aan de datum waarop de transactie ter toetsing aan de minister wordt voorgelegd of de minister de toetsing van de transactie initieert, met inbegrip van
(A) internethostingdiensten;
(B) cloud-based of gedistribueerde computer- en gegevensopslag;
(C) producten en diensten op het gebied van machinaal leren, voorspellende analyses en gegevenswetenschap, met inbegrip van diensten om een partij te helpen bij het gebruik, het beheer of het onderhoud van openbronsoftware;
(D) beheerde diensten; en
(E) diensten voor de levering van inhoud;
(4) op internet of netwerken gebaseerde sensoren, webcams, eindpuntbewakings- of monitoringapparaten, modems en thuisnetwerkapparaten indien er op enig moment meer dan 1.000.000 eenheden zijn verkocht aan personen in de Verenigde Staten gedurende het jaar voorafgaand aan de datum waarop de onder de overeenkomst vallende transactie ter toetsing aan de minister wordt voorgelegd of de minister een toetsing van de onder de overeenkomst vallende transactie initieert;
(5) onbemande voertuigen, met inbegrip van drones en andere luchtsystemen, autonome of semi-autonome voertuigen, of andere producten of diensten die integrerend deel uitmaken van de levering, het onderhoud of het beheer van dergelijke producten of diensten;
(6) software die hoofdzakelijk is ontworpen of wordt gebruikt voor verbinding met en communicatie via het internet en die door meer dan 1.000.000 personen in de Verenigde Staten wordt gebruikt op enig moment gedurende het jaar voorafgaand aan de datum waarop de onder de overeenkomst vallende transactie ter beoordeling aan de minister wordt voorgelegd of de minister een beoordeling van de onder de overeenkomst vallende transactie initieert, met inbegrip van
(A) desktopapplicaties;
(B) mobiele toepassingen
(C) spelapplicaties
(D) betalingstoepassingen; of
(E) webgebaseerde toepassingen; of
(7) informatie- en communicatietechnologieproducten en -diensten die integrerend deel uitmaken van…
(A) kunstmatige intelligentie en automatisch leren
(B) kwantumsleuteldistributie;
(C) kwantumcommunicatie
(D) quantumcomputing;
(E) postkwantumcryptografie;
(F) autonome systemen
(G) geavanceerde robotica
(H) biotechnologie
(I) synthetische biologie
(J) computationele biologie; en
(K) e-handelstechnologie en -diensten, waaronder alle elektronische technieken voor het verrichten van zakelijke transacties, onlinedetailhandel, op internet gebaseerde logistiek, op internet gebaseerde betalingstechnologie en onlinemarktplaatsen.
(b) Overwegingen betreffende onnodige en onaanvaardbare risico’s.- Bij het bepalen of een onder de richtlijn vallende transactie een onnodige of onaanvaardbaar risico oplevert in de zin van punt 3, onder a), of punt 4, onder a), moet de minister-
(1) zal de minister, naar eigen goeddunken en in overleg met de bevoegde instanties, indien beschikbaar, rekening houden met
(A) elk verwijderings- of uitsluitingsbevel dat door de minister van Binnenlandse Veiligheid, de minister van Defensie of de directeur van de National Intelligence is uitgevaardigd naar aanleiding van aanbevelingen van de Federal Acquisition Security Council uit hoofde van sectie 1323 van titel 41 van de United States Code;
(B) een bevel of licentie-intrekking van de Federal Communications Commission ten aanzien van een partij bij een transactie, of een consent decree opgelegd door de Federal Trade Commission ten aanzien van een partij bij een transactie;
(C) alle relevante bepalingen van de Defense Federal Acquisition Regulation en de Federal Acquisition Regulation, en de respectieve supplementen op die voorschriften;
(D) alle feitelijke of potentiële bedreigingen voor de uitvoering van een nationale kritieke functie die door de directeur van het Agentschap voor cyberbeveiliging en infrastructuurbeveiliging zijn vastgesteld;
(F) elke andere informatiebron die de minister passend acht; en
(2. kan, indien beschikbaar, rekening houden met alle relevante dreigingsevaluaties of verslagen die door de directeur van de nationale inlichtingendienst zijn opgesteld en op verzoek van de minister zijn voltooid of uitgevoerd.
SEC. 6. Aanwijzing van buitenlandse vijanden.
(a) In het algemeen.
(1) AANWIJZING.-De minister kan, in overleg met de directeur van de nationale inlichtingendienst, een buitenlandse regering of regime als een buitenlandse tegenstander aanwijzen indien de minister van oordeel is dat de buitenlandse regering of het buitenlandse regime betrokken is bij een langdurig patroon of ernstige gevallen van gedragingen die aanzienlijk nadelig zijn voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten of de veiligheid van Amerikaanse personen.
(2) INTREKKING VAN DE AANWIJZING.-De minister kan, in overleg met de directeur van de nationale inlichtingendienst, de aanwijzing van een buitenlandse regering of regime als buitenlandse tegenstander, met inbegrip van een buitenlandse regering of regime als bedoeld in punt 2(8), intrekken indien de minister van oordeel is dat de buitenlandse regering of het buitenlandse regime niet langer betrokken is bij een gedragspatroon op lange termijn of bij ernstige gevallen van gedrag dat de nationale of economische veiligheid van de Verenigde Staten of de veiligheid van personen in de Verenigde Staten aanzienlijk schaadt op een wijze die aanwijzing als buitenlandse tegenstander rechtvaardigt.
(b) Kennisgeving.-Niet later dan 15 dagen voor de datum waarop de minister een aanwijzing krachtens onderafdeling a) doet of intrekt, stelt de minister de voorzitter pro tempore, de leider van de meerderheid en de leider van de minderheid van de Senaat, de voorzitter en de leider van de minderheid van het Huis van Afgevaardigden, en de relevante commissies van het Congres schriftelijk in kennis van het voornemen om een buitenlandse regering of een buitenlands regime aan te wijzen als buitenlandse tegenstander krachtens deze afdeling, samen met de bevindingen krachtens onderafdeling a) met betrekking tot de buitenlandse regering of het buitenlandse regime en de feitelijke grondslag daarvoor.
SEC. 7. Resolutie van afkeuring van aanwijzing of verwijdering van aanwijzing van een buitenlandse tegenstander.
(a) Definitie – In deze afdeling
(1) betekent de term “gezamenlijke resolutie” een gezamenlijke resolutie tot afkeuring van een aanwijzing of een gezamenlijke resolutie tot afkeuring van de verwijdering van een aanwijzing;
(2) “gezamenlijke resolutie tot afkeuring van de aanwijzing”: een gezamenlijke resolutie waarvan het onderwerp na de ontbindende clausule als volgt luidt “Dat het Congres de aanwijzing door de minister van Handel van _ als buitenlandse tegenstander voor de toepassing van de Securing the Information and Communications Technology and Services Supply Chain Act van 2023 afkeurt, en dat deze aanwijzing geen kracht of effect heeft totdat de minister van Handel specifiek bewijsmateriaal verstrekt aan de relevante commissies van het Congres met betrekking tot de opheffing van de aanwijzing op grond van afdeling 6(a) van die wet”. (De lege ruimte wordt ingevuld met de naam van de buitenlandse persoon die de minister heeft aangewezen als buitenlandse tegenstander van deze wet); en
(3. betekent de term “gezamenlijke resolutie tot afkeuring van de verwijdering van de aanwijzing” een gezamenlijke resolutie waarvan het onderwerp na de ontbindende clausule als volgt luidt “Dat het Congres de verwijdering van de aanwijzing door de minister van Handel van _ als buitenlandse tegenstander voor de toepassing van de Securing the Information and Communications Technology and Services Supply Chain Act van 2023 afkeurt, en dat deze verwijdering geen kracht of effect heeft totdat de minister van Handel specifiek bewijsmateriaal verstrekt aan de relevante commissies van het Congres met betrekking tot de verwijdering van de aanwijzing overeenkomstig sectie 6(a) van die wet.” (De lege ruimte wordt op passende wijze ingevuld met de naam van de buitenlandse regering of het buitenlandse regime waarvan de minister de aanwijzing als buitenlandse tegenstander voor de toepassing van deze wet heeft ingetrokken).
(b) Versnelde behandeling van wetgeving.
(1) INLEIDING.- Ingeval de minister een buitenlandse regering of regime als buitenlandse tegenstander aanwijst of een dergelijke aanwijzing als buitenlandse tegenstander intrekt, heeft een gezamenlijke resolutie tot afkeuring van de aanwijzing of een gezamenlijke resolutie tot afkeuring van de intrekking van de aanwijzing, naar gelang van het geval, die in de daaropvolgende periode van 60 kalenderdagen wordt ingediend, recht op versnelde behandeling overeenkomstig deze onderafdeling.
(2) INLEIDING.-Tijdens de periode van 60 kalenderdagen als bedoeld in punt 1) kan een gezamenlijke resolutie over dit onderwerp worden ingediend-
(A) in de Senaat, door de meerderheidsleider (of de door hem aangewezen persoon) of de minderheidsleider (of de door hem aangewezen persoon); en
(B) in het Huis van Afgevaardigden, door de voorzitter of de minderheidsleider.
(3. BEHANDELING IN HET HUIS VAN AFGEVAARDIGDEN.
(A. VERSLAG EN ONTBINDING – Indien een bevoegde commissie van het Huis waarnaar een gezamenlijke resolutie is verwezen, niet binnen tien wetgevingsdagen na de datum van verwijzing verslag heeft uitgebracht, wordt die commissie van verdere behandeling ontslagen.
(B) OVERGANG TOT BEHANDELING.- Vanaf de derde wetgevende dag nadat elke commissie waarnaar de betrokken gezamenlijke resolutie is verwezen, de betrokken gezamenlijke resolutie aan het Parlement heeft voorgelegd of van de verdere behandeling ervan is ontslagen, kan worden voorgesteld de betrokken gezamenlijke resolutie in het Parlement te behandelen. Van alle beroepen op het Reglement tegen de motie wordt afgezien. Een dergelijke motie is niet meer aan de orde nadat het Parlement een motie heeft verworpen om met betrekking tot hetzelfde akkoord over te gaan tot de behandeling van de betrokken gezamenlijke resolutie. De vorige vraag wordt zonder tussenkomst van een motie als aangenomen beschouwd. Over de motie kan niet worden gedebatteerd. Een motie tot heroverweging van de stemming waarmee de motie is afgedaan, is niet aan de orde.
(C. BEHANDELING – De overdekte gezamenlijke resolutie wordt als gelezen beschouwd. Alle moties van orde tegen de betrokken gezamenlijke resolutie en tegen de behandeling ervan worden verworpen. De vorige vraag over de overdekte gezamenlijke resolutie wordt zonder tussenkomst van een motie in behandeling genomen, behoudens twee uur debat dat gelijkelijk verdeeld en gecontroleerd wordt door de indiener van de overdekte gezamenlijke resolutie (of een gemachtigde) en een tegenstander. Een motie om de stemming over de aanneming van de betrokken gezamenlijke resolutie te heroverwegen is niet aan de orde.
(4. BEHANDELING IN DE SENAAT.
(A) DOORVERWIJZING DOOR DE COMMISSIE – Een in de Senaat ingediende gezamenlijke resolutie wordt doorverwezen naar de bevoegde commissies van de Senaat.
(B) VERKLARING EN ONTBINDING – Indien een bevoegde commissie van de Senaat niet binnen tien zittingsdagen na de datum van verwijzing van deze wetgeving verslag heeft uitgebracht, wordt deze commissie van verdere behandeling van deze wetgeving ontheven en wordt de betrokken gezamenlijke resolutie op het daarvoor bestemde rooster geplaatst.
(C) OVERGANG TOT BEHANDELING.-Niettegenstaande artikel XXII van het Reglement van de Senaat kan te allen tijde nadat elke commissie die bevoegd is om een gezamenlijke ontwerpresolutie te behandelen, deze aan de Senaat heeft voorgelegd of van de behandeling ervan is ontheven (ook al is een eerdere motie van dezelfde strekking verworpen), worden voorgesteld om over te gaan tot de behandeling van de gezamenlijke ontwerpresolutie, en worden alle moties van orde tegen de gezamenlijke ontwerpresolutie (en tegen de behandeling ervan) verworpen. Over de motie wordt niet gedebatteerd. Over de motie kan geen voorstel tot uitstel worden ingediend. Een motie tot heroverweging van de stemming waarbij de motie al dan niet is aangenomen, is niet aan de orde. Indien wordt ingestemd met een motie om over te gaan tot de behandeling van de overdekte gezamenlijke resolutie, blijft de overdekte gezamenlijke resolutie de onvoltooide zaak totdat zij is afgedaan.
(D) DEBAT.-Het debat over deze gezamenlijke resolutie en over alle daarmee verband houdende moties en beroepsmogelijkheden wordt beperkt tot ten hoogste tien uur, die gelijkelijk worden verdeeld tussen de meerderheid en de minderheidsleiders of hun vertegenwoordigers. Een voorstel tot verdere beperking van het debat is in orde en niet bespreekbaar. Een amendement op, of een motie tot uitstel, of een motie om over te gaan tot de behandeling van andere punten, of een motie om de behandelde gezamenlijke resolutie terug te nemen, is niet aan de orde.
(E) STEMMING OVER DE PASSAGE.-De stemming over de passage vindt plaats onmiddellijk na de afsluiting van het debat over de gezamenlijke ontwerpresolutie en een enkel quorum aan het einde van het debat, indien dit overeenkomstig het Reglement van de Senaat is aangevraagd.
(F) BESLISSINGEN VAN DE VOORZITTER OVER DE PROCEDURE – Over beroepen tegen de besluiten van de Voorzitter betreffende de toepassing van de regels van de Senaat, naargelang van het geval, op de procedure met betrekking tot een overdekte gezamenlijke resolutie wordt zonder debat beslist.
(G) BEHANDELING VAN VETO-MESSAGES.-De behandeling in de Senaat van een vetoboodschap met betrekking tot een betrokken gezamenlijke resolutie, met inbegrip van alle bespreekbare moties en beroepen in verband met een dergelijke betrokken gezamenlijke resolutie, is beperkt tot tien uur, gelijkelijk verdeeld tussen en gecontroleerd door de leider van de meerderheid en de leider van de minderheid of hun vertegenwoordigers.
(5. REGELS BETREFFENDE DE SENAAT EN HET HUIS VAN AFGEVAARDIGDEN.
(A) COÖRDINATIE MET DE ACTIE VAN HET ANDERE HUIS.-Indien vóór de aanneming door het ene Huis van een gezamenlijke resolutie van dat Huis, dat Huis een gezamenlijke resolutie van het andere Huis ontvangt, zijn de volgende procedures van toepassing:
(i) De gedekte gezamenlijke resolutie van het andere Huis wordt niet naar een commissie verwezen.
(ii) Ten aanzien van de betrokken gezamenlijke resolutie van het Huis dat de wetgeving ontvangt-
(I) is de procedure in dat Huis dezelfde als wanneer van het andere Huis geen gedekte gezamenlijke resolutie was ontvangen; maar
(II) vindt de stemming plaats over de gezamenlijke resolutie van het andere Huis.
(B) BEHANDELING VAN EEN GEDEKTE GEZAMENLIJKE RESOLUTIE VAN EEN ANDER HUIS – Indien een Huis nalaat een gedekte gezamenlijke resolutie overeenkomstig deze afdeling in te dienen, heeft de gedekte gezamenlijke resolutie van het andere Huis recht op versnelde vloerprocedures overeenkomstig deze afdeling.
(C) BEHANDELING VAN VERBONDEN MAATREGELEN. Indien de Senaat na de aanneming van de betrokken gezamenlijke resolutie in de Senaat een begeleidende maatregel van het Huis van Afgevaardigden ontvangt, is de begeleidende maatregel niet bespreekbaar.
(c) Regels van de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. Onderdeel b) is door het Congres vastgesteld-
(1 als uitoefening van de regelgevende bevoegdheid van respectievelijk de Senaat en het Huis van Afgevaardigden, en als zodanig geacht deel uit te maken van de regels van elk Huis, maar alleen van toepassing op de procedure die in dat Huis moet worden gevolgd in het geval van wetgeving als beschreven in die afdelingen, en vervangt andere regels alleen voor zover zij in strijd zijn met die regels; en
(2) met volledige erkenning van het constitutionele recht van elk van beide Kamers om de regels (voor zover zij betrekking hebben op de procedure van dat Huis) te allen tijde te wijzigen, op dezelfde wijze en in dezelfde mate als in het geval van andere regels van dat Huis.
(d) Gevolgen van behandelde gezamenlijke resolutie.
(1) GEMEENSCHAPPELIJKE RESOLUTIE VAN AFKEURING VAN DE AANWIJZING.- Een gezamenlijke resolutie van afkeuring van een aanwijzing die overeenkomstig dit deel wordt aangenomen, maakt een einde aan de aanwijzing als buitenlandse tegenstander van een buitenlandse regering of regime dat het onderwerp is van de gezamenlijke resolutie van afkeuring van de aanwijzing voor de toepassing van deze wet.
(2) GEMEENSCHAPPELIJKE RESOLUTIE VAN AFKEURING VAN DE VERWIJDERING VAN DE AANWIJZING. Een overeenkomstig deze afdeling aangenomen gezamenlijke resolutie van afkeuring van de verwijdering van een aanwijzing verbiedt de verwijdering van de aanwijzing als buitenlandse tegenstander van een buitenlandse regering of regime dat het voorwerp is van de gezamenlijke resolutie van afkeuring van de verwijdering van een aanwijzing voor de toepassing van deze wet.
SEC. 8. Uitvoeringsinstanties.
(a) Voorschriften.- Bij de uitvoering van de verantwoordelijkheden uit hoofde van deze Akte kan de minister de regels, voorschriften en procedures vaststellen die hij passend acht.
(b) Categorieën van transacties. Bij het verrichten van toetsingen, het uitvaardigen van voorschriften, het invoeren van verboden of andere beperkende maatregelen, of het anderszins uitvoeren van de verantwoordelijkheden uit hoofde van deze Akte, kan de minister maatregelen nemen ten aanzien van zowel individuele onder de overeenkomst vallende transacties als categorieën van onder de overeenkomst vallende transacties.
(c) Andere autoriteiten.
(1) ALGEMEEN: de minister kan richtsnoeren geven, met inbegrip van adviezen, en procedures vaststellen om deze wet uit te voeren.
(2) LIJSTEN VAN BUITENLANDSE PERSONEN. De minister kan lijsten opstellen van buitenlandse personen die onderworpen kunnen zijn aan verboden of beperkingen en daarmee verband houdende mechanismen om deze lijsten regelmatig te herzien en bij te werken.
(3) AANVULLENDE AUTORITEITEN.-De minister kan alle andere maatregelen nemen die nodig zijn om de verantwoordelijkheden uit hoofde van deze wet uit te voeren en die niet anderszins bij wet verboden zijn.
(d) Adviescomités. De minister kan technische adviescomités benoemen om de minister te adviseren bij de uitvoering van zijn taken in het kader van deze wet. Hoofdstuk 10 van deel 1 van titel 5, United States Code, is niet van toepassing op vergaderingen van dergelijke adviescommissies die krachtens deze onderafdeling worden gehouden.
SEC. 9. Te verstrekken informatie.
(a) In het algemeen. De secretaris kan van elke partij bij een transactie of bedrijf die uit hoofde van deze Akte wordt onderzocht, verlangen dat zij onder ede, in de vorm van rapporten of anderszins, volledige informatie verstrekt over elke handeling, transactie of bedrijf, overeenkomstig de bepalingen van deze Akte.
(b) Bevoegdheid.- Bij de uitvoering van deze Akte kan de Secretaris
(1. eisen dat de krachtens onderdeel a) te verstrekken informatie of verslagen de overlegging omvatten van alle documenten betreffende een handeling, transactie of eigendom die verband houden met een transactie of een bedrijf dat wordt onderzocht;
(2) informatie of verslagen die krachtens onderafdeling a) moeten worden ingediend, te verlangen vóór, tijdens of na het afsluiten van een transactie of een bedrijf waarnaar een onderzoek is ingesteld; en
(3) onderzoeken te verrichten, hoorzittingen te houden, eden af te nemen, getuigen te horen, bewijsmateriaal te ontvangen, getuigenverklaringen af te nemen, en door middel van dagvaarding de aanwezigheid en getuigenis van getuigen en de overlegging van alle documenten te verlangen die verband houden met een transactie of een bedrijf waarnaar een onderzoek is ingesteld, ongeacht of in verband daarmee een verslag is verlangd of ingediend, ook via een andere persoon of instantie.
(c) Formaat.-Iedere persoon die uit hoofde van deze afdeling een document aan de secretaris verstrekt, verstrekt het document in een voor het ministerie van Handel bruikbaar formaat, dat in het verzoek om documenten kan worden gespecificeerd of anderszins door de partijen kan worden overeengekomen.
(d) Vertrouwelijkheid en openbaarmaking van informatie.
(1) IN HET ALGEMEEN.-Onverminderd lid (2) wordt informatie of een niet anderszins openbaar of commercieel beschikbaar document dat uit hoofde van deze wet aan de minister is voorgelegd, niet openbaar gemaakt, behalve voor zover de federale wetgeving zulks vereist.
(2) openbaarmaking.-Niettegenstaande lid (1) kan de minister in de volgende omstandigheden informatie of documenten openbaar maken die anderszins niet openbaar of commercieel beschikbaar zijn:
(A) Ingevolge een administratieve of gerechtelijke procedure, met inbegrip van een gerechtelijke toetsing krachtens sectie 12.
(B) ingevolge een wet van het Congres.
(C) op verzoek van een bevoegde commissie van het Congres.
(D) naar aanleiding van een verzoek van een federale, staats- of plaatselijke overheidsinstantie, of van een buitenlandse overheidsinstantie van een bondgenoot of partner van de Verenigde Staten, indien dit verzoek van belang is voor de analyse van de nationale veiligheid of voor het optreden van de minister, doch uitsluitend voor zover dit noodzakelijk is voor de nationale veiligheid en met inachtneming van de toepasselijke voorschriften inzake vertrouwelijkheid en rubricering.
(E) Indien een partij waarop de gegevens of documenten betrekking hebben, instemt met deze openbaarmaking.
(F) indien de minister naar eigen en onherroepelijk oordeel bepaalt dat het vrijgeven van deze informatie in het nationaal belang van de Verenigde Staten is.
(G) Elk ander doel dat door de federale wetgeving wordt toegestaan.
SEC. 10. Handhaving.
(a) Onderzoeken.
(1) IN HET ALGEMEEN.-De voorzitter zal de secretaris en de hoofden van andere federale agentschappen, ook via delegatie, naar gelang van het geval, verzoeken onderzoeken uit te voeren naar schendingen van krachtens deze Akte uitgevaardigde vergunningen, bevelen, beperkende maatregelen, voorschriften of verbodsbepalingen.
(2) ACTIES DOOR DESIGNEES.- Bij het uitvoeren van de in paragraaf (1) beschreven onderzoeken kunnen de aangewezen functionarissen of werknemers van de in die paragraaf beschreven federale instanties, voor zover dat nodig of passend is voor de handhaving van deze wet, de bevoegdheden uitoefenen die hun door andere federale wetten worden verleend, met inachtneming van de door de procureur-generaal goedgekeurde beleidslijnen en procedures.
(b) Toegestane activiteiten.- Ambtenaren en werknemers van instanties die gemachtigd zijn om onderzoeken uit te voeren krachtens onderafdeling (a) mogen-
(1) voorwerpen, in welke vorm dan ook, of vervoermiddelen waarvan wordt vermoed dat zij in strijd met deze wet of andere toepasselijke federale wetgeving in de Verenigde Staten zijn, worden of zullen worden ingevoerd, inspecteren, doorzoeken, vasthouden, in beslag nemen of tijdelijk weigeren;
(2) boeken, bescheiden en andere informatie te verlangen, te inspecteren en te verkrijgen van iedere persoon op wie de bepalingen van deze wet of een andere toepasselijke federale wet van toepassing zijn;
(3) de eed of de belofte af te leggen en bij dagvaarding een persoon te vragen te verschijnen en te getuigen of te verschijnen en boeken, bescheiden en andere geschriften over te leggen, of beide; en
(4) rechterlijke bevelen te verkrijgen en gerechtelijke procedures uit te schrijven voor zover toegestaan krachtens hoofdstuk 119, 121 en 206 van titel 18, United States Code, of enige andere toepasselijke federale wet.
(c) Tenuitvoerlegging van dagvaardingen.- In geval van weerspannigheid door, of weigering te gehoorzamen aan een dagvaarding die aan een persoon is afgegeven krachtens onderafdeling (b)(3), is een districtsrechtbank van de Verenigde Staten, na kennisgeving aan die persoon en een hoorzitting, bevoegd een bevel uit te vaardigen waarbij die persoon wordt verplicht te verschijnen en een getuigenis af te leggen of te verschijnen en boeken, bescheiden en andere geschriften, ongeacht het formaat, over te leggen waarop de dagvaarding betrekking heeft. Het niet opvolgen van een dergelijk bevel van de rechter kan door de rechter worden bestraft als minachting van de rechter.
(d) Acties van de procureur-generaal. De procureur-generaal kan bij een bevoegde rechtbank van de Verenigde Staten een actie instellen met het oog op een passende genoegdoening, met inbegrip van een declaratoire uitspraak, een rechterlijk bevel of een besluit tot afstoting, tegen elke persoon die deze Akte of een krachtens deze Akte uitgevaardigd voorschrift, bevel, instructie, beperkende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn schendt. Op een dergelijke actie zijn de in artikel 12, onder b), beschreven beperkingen van toepassing.
SEC. 11. Sancties.
(a) Onwettige handelingen.
(1) IN HET ALGEMEEN.-Het is onwettig voor een persoon om een voorschrift, bevel, aanwijzing, beperkende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn uit hoofde van deze Akte te schenden, een poging tot schenden te doen, samen te spannen tot schenden of een schending ervan te veroorzaken, met inbegrip van een van de onwettige handelingen beschreven in paragraaf (2).
(2) SPECIFIEKE ONRECHTMATIGE HANDELINGEN – De in dit lid beschreven onwettige handelingen zijn de volgende:
(A) Niemand mag zich bezighouden met gedrag dat verboden is door of in strijd is met, of zich onthouden van gedrag dat vereist wordt door een verordening, bevel, instructie, beperkende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn uit hoofde van deze wet.
(B) Niemand mag het verrichten van een handeling die verboden is door of het nalaten van een handeling die vereist is ingevolge een voorschrift, bevel, richting, beperkende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn uit hoofde van deze Akte, veroorzaken of helpen, aanzetten, adviseren, bevelen, aanzetten, toestaan of goedkeuren.
(C. Het is niemand toegestaan te verzoeken om een overtreding van krachtens deze Akte uitgevaardigde voorschriften, bevelen, richtlijnen, beperkende maatregelen, verboden of vergunningen of richtlijnen, of pogingen daartoe te ondernemen.
(D. Het is niemand toegestaan samen te spannen of in overleg met een of meer andere personen op enigerlei wijze of met enig doel een handeling te bewerkstelligen of te verrichten die een schending inhoudt van een voorschrift, bevel, instructie, risicobeperkende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn uit hoofde van deze Akte.
(E) Niemand mag, direct of indirect via een andere persoon, tegenover het ministerie van Handel of een ambtenaar van een ander uitvoerend departement of agentschap een onjuiste of misleidende voorstelling, verklaring of certificering geven, of een materieel feit vervalsen of verzwijgen-
(i) in de loop van een onderzoek of andere actie die onder deze wet of een verordening, bevel, instructie, beperkende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn uit hoofde daarvan valt; of
(ii) in verband met het opstellen, indienen, afgeven, gebruiken of bijhouden van een rapport dat is ingediend of moet worden ingediend krachtens deze Akte of krachtens een voorschrift, bevel, instructie, verzachtende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn die uit hoofde daarvan is uitgevaardigd.
(F) Niemand mag een transactie aangaan of enige andere actie ondernemen met de bedoeling de bepalingen van deze Akte, of enige verordening, order, aanwijzing, beperkende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn die uit hoofde daarvan is uitgevaardigd, te ontduiken.
(G) Niemand mag nalaten of weigeren te voldoen aan enige rapportage- of registratieverplichting uit hoofde van deze Akte of enig voorschrift, bevel, instructie, matigingsmaatregel, verbod of andere uit hoofde daarvan uitgevaardigde toestemming of richtlijn.
(H) Behalve indien specifiek toegestaan in dit hoofdstukonderdeel, een verordening, bevel, richting, beperkingsmaatregel of andere toestemming of richtlijn uit hoofde daarvan of schriftelijk door het Ministerie van Handel, mag niemand een bevel, richting, beperkingsmaatregel of andere toestemming of richtlijn uit hoofde van deze wet of een verwante verordening wijzigen.
(3. AANVULLENDE EISEN
(A) VERKLARING VAN GEVOLG.- Voor de toepassing van lid 2, onder E), wordt elke verklaring of certificering van een persoon geacht van kracht te blijven totdat de persoon het ministerie van Handel of het betrokken uitvoerend departement of agentschap daarvan in kennis stelt overeenkomstig punt B).
(B) KENNISGEVING.-Iedere persoon die tegenover het ministerie van Handel of een ambtenaar van een ander uitvoerend departement of agentschap een verklaring, uitspraak of certificatie doet met betrekking tot een bevel, aanwijzing, beperkende maatregel, verbod of andere toestemming of richtlijn uit hoofde van deze wet, moet het ministerie van Handel of het betrokken uitvoerende departement of agentschap schriftelijk in kennis stellen van elke wijziging van een materieel feit of voornemen ten opzichte van hetgeen eerder werd vertegenwoordigd, verklaard of gecertificeerd, en wel onmiddellijk na ontvangst van informatie waaruit een redelijk voorzichtig persoon zou afleiden dat een wijziging van een materieel feit of voornemen heeft plaatsgevonden of in de toekomst kan plaatsvinden.
(b) Civielrechtelijke sancties – De minister kan een persoon de volgende civielrechtelijke sancties opleggen voor elke overtreding door die persoon van deze wet of enig voorschrift, bevel, instructie, beperkende maatregel, verbod of andere toestemming die krachtens deze wet is uitgevaardigd:
(1) een boete van ten hoogste $250.000 of een bedrag dat gelijk is aan tweemaal de waarde van de transactie die ten grondslag ligt aan de overtreding ten aanzien waarvan de boete wordt opgelegd, indien dit bedrag hoger is.
(2) Intrekking van elke verzachtende maatregel of vergunning die krachtens deze wet aan de persoon is verleend.
(c) Strafrechtelijke sancties.
(1) ALGEMEEN.- Een persoon die opzettelijk een in onderafdeling (a) beschreven onwettige handeling pleegt, opzettelijk poogt te plegen, of opzettelijk samenzweert te plegen, of helpt of aanzet tot het plegen van een dergelijke handeling, krijgt bij veroordeling een boete van ten hoogste $1.000.000, of, indien het een natuurlijke persoon betreft, een gevangenisstraf van ten hoogste 20 jaar, of beide.
(2) CIVIELE VERBEURDVERKLARING.
(A) VERBEURDVERKLARING.-
(i) ALGEMEEN.- Alle goederen, onroerend of persoonlijk, tastbaar of ontastbaar, die op enigerlei wijze worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt om een overtreding of poging tot overtreding zoals beschreven in paragraaf (1) te begaan of te vergemakkelijken, worden verbeurd verklaard aan de Verenigde Staten.
(ii) PROCEEDS.-Alle goederen, onroerend of persoonlijk, tastbaar of ontastbaar, die de bruto-opbrengst vormen of daartoe kunnen worden herleid, die zijn genomen, verkregen of bewaard in verband met of als gevolg van een overtreding of poging tot overtreding als omschreven in punt (1), worden verbeurd verklaard aan de Verenigde Staten.
(B) PROCEDURE – Op inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen krachtens deze onderafdeling zijn de bepalingen van hoofdstuk 46 van titel 18, United States Code, betreffende civiele verbeurdverklaringen van toepassing, met dien verstande dat de taken die aan de minister van Financiën worden opgelegd krachtens de douanewetgeving als beschreven in sectie 981(d) van titel 18, United States Code, worden uitgevoerd door ambtenaren, agenten en andere personen die daartoe door de minister van Binnenlandse Veiligheid of de procureur-generaal worden aangewezen.
(3) STRAFRECHTELIJKE VERBEURDVERKLARING.
(A) VEREFFENING.-Iedere persoon die veroordeeld is krachtens lid (1) zal, naast elke andere straf, aan de Verenigde Staten verbeuren
(i) alle goederen, onroerend of persoonlijk, tastbaar of ontastbaar, die op enigerlei wijze zijn gebruikt of bestemd waren om te worden gebruikt om de overtreding of poging tot overtreding van lid (1) te begaan of te vergemakkelijken; en
(ii) alle goederen, onroerend of persoonlijk, tastbaar of ontastbaar, die in verband met of als gevolg van de overtreding zijn genomen, verkregen of bewaard, of die tot de bruto-opbrengsten kunnen worden herleid.
(B) PROCEDURE – Op de strafrechtelijke verbeurdverklaring van voorwerpen uit hoofde van dit lid, met inbegrip van de inbeslagneming en vervreemding van de voorwerpen, en alle daarmee verband houdende gerechtelijke procedures, zijn de bepalingen van sectie 413 van de Controlled Substances Act (21 U.S.C. 853) van toepassing, met uitzondering van de subsecties a) en d) van die sectie.
SEC. 12. Rechterlijke toetsing.
(a) Definitie.- In deze afdeling heeft de term “gerubriceerde gegevens” –
(1) de betekenis die aan deze term wordt gegeven in afdeling 1(a) van de Classified Information Procedures Act (18 U.S.C. App.); en
(2) omvat
(A) alle informatie of materiaal waarvan de federale regering op grond van een uitvoerend bevel, statuut of verordening heeft bepaald dat zij om redenen van nationale veiligheid tegen ongeoorloofde openbaarmaking moeten worden beschermd; en
(B) beperkt toegankelijke gegevens, zoals gedefinieerd in sectie 11 van de Atomic Energy Act van 1954 (42 U.S.C. 2014).
(b) Administratieve en rechterlijke toetsing.- Niettegenstaande enige andere wetsbepaling zijn de door de voorzitter en de secretaris genomen maatregelen en de bevindingen van de voorzitter en de secretaris uit hoofde van deze wet niet onderworpen aan administratieve toetsing of rechterlijke toetsing door een federale rechtbank, tenzij in deze afdeling anders is bepaald. De krachtens deze wet door de minister genomen maatregelen zijn niet onderworpen aan de secties 551, 553 tot en met 559 en 701 tot en met 707 van titel 5 van de United States Code.
(c) Verzoekschriften.
(1) ALGEMEEN.- Uiterlijk 60 dagen nadat de minister actie onderneemt krachtens sectie 3(a), of de president actie onderneemt krachtens sectie 4(c), kan een benadeelde persoon om herziening vragen door een verzoekschrift tot herziening in te dienen bij het United States Court of Appeals for the District of Columbia Circuit.
(2. HERZIENINGSSTANDAARD – De rechtbank zal een maatregel van de minister uit hoofde van afdeling 3(a) of van de president uit hoofde van afdeling 4(c) niet verstoren, tenzij de verzoeker aantoont dat de maatregel ongrondwettelijk is of een duidelijke en dwingende wettelijke bepaling schendt.
(d) Exclusieve bevoegdheid.- Het United States Court of Appeals for the District of Columbia Circuit is exclusief bevoegd voor vorderingen die uit hoofde van deze wet ontstaan tegen de Verenigde Staten, een uitvoerend departement of agentschap, of een onderdeel of ambtenaar van een uitvoerend departement of agentschap, behoudens toetsing door het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten krachtens sectie 1254 van titel 28 van de United States Code.
(e) Administratieve verslagen en procedure.
(1) ALGEMEEN.- De in deze onderafdeling beschreven procedures zijn van toepassing op de toetsing van een verzoek om toetsing krachtens deze afdeling.
(2. INDIENING VAN HET RECHT.- De Verenigde Staten dienen bij de rechtbank een administratief verslag in, dat bestaat uit de informatie waarop de bevoegde ambtenaar zich heeft gebaseerd bij het nemen van een definitieve maatregel krachtens deze wet.
(3. NIET-GESCHERMDE, NIET-PRIVILEGEERDE INFORMATIE. Alle niet-gerubriceerde informatie in het administratieve dossier dat ingevolge lid 2 wordt ingediend en die niet anderszins geprivilegieerd is of onder de wettelijke bescherming valt, wordt aan de indiener verstrekt, met de nodige bescherming voor geprivilegieerde of vertrouwelijke handelsgeheimen en commerciële of financiële informatie.
(4) ONDERZOEK IN KAMER EN EX PARTE. De volgende informatie mag in het administratieve dossier worden opgenomen en wordt alleen ex parte en met gesloten deuren aan de rechter voorgelegd:
(A) Gevoelige veiligheidsinformatie, zoals gedefinieerd in afdeling 1520.5 van titel 49, Code of Federal Regulations.
(B) vertrouwelijke wetshandhavingsinformatie.
(C) informatie verkregen of ontleend aan activiteiten die zijn toegestaan krachtens de Foreign Intelligence Surveillance Act van 1978 (50 U.S.C. 1801 e.v.), met dien verstande dat, wat deze informatie betreft, de subsecties c), e), f), g) en h) van sectie 106 (50 U.S.C. 1806) van de federale wetgeving niet van toepassing zijn. S.S.C. 1806), de onderafdelingen (d), (f), (g), (h) en (i) van sectie 305 (50 U.S.C. 1825), de onderafdelingen (c), (e), (f), (g) en (h) van sectie 405 (50 U.S.C. 1845) en sectie 706 (50 U.S.C. 1881e) van die wet niet van toepassing zijn.
(D) Informatie die onderworpen is aan voorrechten of bescherming krachtens enige andere wetsbepaling, met inbegrip van de Currency and Foreign Transactions Reporting Act van 1970 (31 U.S.C. 5311 e.v.).
(5) INFORMATIE ONDER VERZEGELING.- Alle informatie die deel uitmaakt van het administratieve dossier dat ex parte en achter gesloten deuren krachtens lid 4 wordt ingediend, of die door de rechtbank in een beslissing wordt vermeld, wordt door de rechtbank behandeld overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling. Deze informatie wordt in geen geval vrijgegeven aan de verzoeker of als onderdeel van het openbare dossier.
(6. TERUGZENDING. Na het verstrijken van de termijn om verdere herziening te vragen of na beëindiging van de verdere procedure zendt de rechtbank het administratieve dossier, met inbegrip van alle kopieën, terug aan de Verenigde Staten.
(f) Exclusief rechtsmiddel.- Een uitspraak van de rechtbank krachtens deze afdeling is het exclusieve rechtsmiddel voor elke in deze afdeling beschreven vordering tegen de Verenigde Staten, elk uitvoerend departement of agentschap, of een onderdeel of ambtenaar van een dergelijk uitvoerend departement of agentschap.
(g) Constructieregel. Niets in deze afdeling mag worden uitgelegd als een beperking, vervanging of voorkoming van het inroepen van voorrechten of verweermiddelen die anderszins bij wet of naar billijkheid beschikbaar zijn ter bescherming tegen de openbaarmaking van informatie.
SEC. 13. Verband met andere wetten.
(a) In het algemeen – Behoudens zoals uitdrukkelijk hierin bepaald, mag niets in deze wet worden opgevat als een wijziging of aantasting van enige andere autoriteit, procedure, regelgeving, onderzoek, handhavingsmaatregel of toetsing waarin is voorzien door of ingesteld krachtens enige andere bepaling van de federale wetgeving, met inbegrip van de Federal Acquisition Regulation of de International Emergency Economic Powers Act (50 U.S.C. 1701 e.v.), of enige andere autoriteit van de President of het Congres krachtens de Grondwet van de Verenigde Staten.
(b) Verband met sectie 721 van de Defense Production Act van 1950.
(1) ALGEMEEN.- Niettegenstaande sectie 721(d)(4)(B) van de Defense Production Act van 1950 (50 U.S.C. 4565(d)(4)(B)), belet of belet niets in deze wet de President of het Committee on Foreign Investment in the United States om bevoegdheden uit te oefenen uit hoofde van sectie 721 van de Defense Production Act van 1950 (50 U.S.C. 4565 e.v.), die zonder deze wet beschikbaar zouden zijn.
(2) AUTORITEIT VAN DE PRESIDENT.- De President mag geen bevoegdheid uit hoofde van afdeling 4 uitoefenen met betrekking tot een onder deze wet vallende deelneming die rechtstreeks het gevolg is van een transactie indien-
(A) de Commissie buitenlandse investeringen in de Verenigde Staten de transactie (of een ruimere transactie die de transactie omvat) heeft beoordeeld als een onder de overeenkomst vallende transactie (als omschreven in sectie 721(a)(4) van de Defense Production Act van 1950 (50 U.S.C. 4565(a)(4)) en de uitvoeringsverordeningen daarvan; en
(B) krachtens sectie 721 van de Defense Production Act van 1950 (50 U.S.C. 4565)
(i) het Comité buitenlandse investeringen in de Verenigde Staten de transactie heeft goedgekeurd en de partijen bij de transactie (of een ruimere transactie die de transactie omvat) ervan in kennis heeft gesteld dat het Comité buitenlandse investeringen in de Verenigde Staten alle maatregelen met betrekking tot de transactie (of een ruimere transactie die de transactie omvat) heeft voltooid; of
(ii) de president een besluit heeft aangekondigd om geen actie te ondernemen met betrekking tot de transactie (of een ruimere transactie die de transactie omvat).
(3) COÖRDINATIE.-De Minister zal bij de tenuitvoerlegging van de procedures uit hoofde van deze Akte de coördinatie met betrekking tot de toetsing door het Comité voor Buitenlandse Investeringen in de Verenigde Staten ter hand nemen.
(c) Beperking van de bevoegdheid van de minister. De minister mag geen onderzoek instellen naar een transactie waarbij een persoon uit de Verenigde Staten als partij bij een transactie een product of dienst op het gebied van informatie- en communicatietechnologie verwerft
(1) die is goedgekeurd in het kader van een programma voor industriële beveiliging van de Amerikaanse overheid; of
(2) om te voldoen aan een duidelijk omschreven vereiste van nationale veiligheid of wetshandhaving.
SEC. 14. Overgang.
Alle delegaties, regels, voorschriften, bevelen, vaststellingen, vergunningen of andere vormen van administratieve actie die door de secretaris zijn gedaan, uitgegeven, uitgevoerd of toegestaan om van kracht te worden krachtens Uitvoeringsbevel 13873 van 19 mei 2019 en de International Emergency Economic Powers Act (50 U.S.C. 1701 e.v. ), met inbegrip van voorschriften die zijn uitgevaardigd krachtens deel 7 van subtitel A van titel 15, Code of Federal Regulations, en die van kracht zijn op de datum van vaststelling van deze wet, blijven van kracht volgens hun voorwaarden en alsof zij waren uitgevaardigd, uitgegeven, uitgevoerd of toegestaan om van kracht te worden op grond van het gezag van deze wet, totdat zij op grond van het gezag van deze wet worden gewijzigd, vervangen, terzijde geschoven of ingetrokken, onverminderd enige beperking of restrictie krachtens de International Emergency Economic Powers Act (50 U.S.C. 1701 e.v.).
SEC. 15. Diversen.
(a) Paperwork Reduction Act.- De vereisten van hoofdstuk 35 van titel 44, United States Code (gewoonlijk aangeduid als de “Paperwork Reduction Act”) zijn niet van toepassing op maatregelen van de minister ter uitvoering van deze wet.
(b) Benoeming van kandidaten. Om de minister sneller in staat te stellen deze wet uit te voeren, kan de minister, zonder inachtneming van de bepalingen van de secties 3309 tot en met 3318 van titel 5 van de United States Code, rechtstreeks kandidaten benoemen voor functies in de competitieve dienst (zoals gedefinieerd in sectie 212 van die titel).
(c) Administratieve procedures. Behalve met betrekking tot een civielrechtelijke sanctie die wordt opgelegd overeenkomstig afdeling 9(b) van deze wet, vallen de krachtens deze wet uitgeoefende functies niet onder de afdelingen 551, 553 tot en met 559 en 701 tot en met 706 van titel 5 van de United States Code.
(d) Beschermde informatie in civiele procedures.-Indien een civiele procedure wordt ingeleid tegen een actie of een bevinding uit hoofde van deze Akte, en de rechter bepaalt dat beschermde informatie in het administratieve dossier, met inbegrip van gerubriceerde of andere informatie waarvoor krachtens enige wetsbepaling een voorrecht of bescherming geldt, noodzakelijk is om de procedure op te lossen, wordt deze informatie ex parte en achter gesloten deuren aan de rechter voorgelegd en houdt de rechter deze informatie achter gesloten deuren. Deze onderafdeling verleent of impliceert geen recht op rechterlijke toetsing.
(e) Toepasselijkheid van bepalingen inzake het gebruik van informatie. De bepalingen inzake het gebruik van informatie van de artikelen 106, 305, 405 en 706 van de Foreign Intelligence Surveillance Act van 1978 (50 U.S.C. 1806, 1825, 1845 en 1881e) zijn niet van toepassing op een civiele procedure die uit hoofde van deze wet wordt ingesteld.
(f) Geen recht op toegang.
(1. ALGEMEEN: Geen enkele bepaling van deze wet mag worden uitgelegd als een recht om toegang te verkrijgen tot informatie in het bezit van de federale regering die in aanmerking is genomen bij de vaststelling krachtens deze wet dat een transactie een onder deze wet vallende transactie of een onder deze wet vallend belang is, of om een onder deze wet vallende transactie of een onder deze wet vallend belang te verbieden, te beperken of daartegen op te treden, met inbegrip van gerubriceerde nationale veiligheidsinformatie of gevoelige maar niet-gerubriceerde informatie.
(2) INAPLEIDING VAN DE FOIA.-Alle informatie die overeenkomstig deze wet door een partij bij een onder deze wet vallende transactie aan de federale regering wordt verstrekt, alsmede alle informatie die de federale regering kan creëren met betrekking tot de evaluatie van de onder deze wet vallende transactie, is vrijgesteld van openbaarmaking krachtens sectie 552 van titel 5, United States Code (gewoonlijk de “Freedom of Information Act” genoemd).
SEC. 16. Scheidbaarheid.
Indien een bepaling van deze wet of de toepassing ervan op een persoon of omstandigheid ongeldig wordt geacht, blijven de rest van deze wet en de toepassing van de overige bepalingen van deze wet op een persoon of omstandigheid onverlet.
SEC. 17. Toewijzing van kredieten.
Er worden kredieten toegestaan voor de bedragen die nodig zijn voor de uitvoering van deze Akte