Windmolens zijn molens die de bewegingsenergie van de lucht omzetten in rotatie-energie van de wieken, die dan nuttig kan worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het opwekken van elektriciteit, het persen van olie uit oliehoudende zaden, het malen van graan, het zagen van hout of het verplaatsen van water.
Ik wil degenen die enthousiast zijn over elektrische auto’s als onderdeel van een groene revolutie graag uitnodigen om batterijen, windmolens en zonnepanelen eens van wat naderbij te bekijken. 𝗕𝗮𝘁𝘁𝗲𝗿𝗶𝗷𝗲𝗻 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗲𝗹𝗲𝗸𝘁𝗿𝗶𝘀𝗰𝗵𝗲 𝗮𝘂𝘁𝗼’𝘀 Een elektrische auto is geen emissievrije auto. Batterijen maken geen elektriciteit – ze slaan elektriciteit op die elders is geproduceerd, voornamelijk door kolen, uranium, aardgasgestookte centrales of dieselgeneratoren. En aangezien 60% van de elektriciteit in Nederland fossiel wordt opgewekt, volgt hieruit dat 60% procent van de elektrische auto’s op de weg door fossiele brandstof wordt aangedreven. Maar het wordt nog erger. Een typische batterij voor elektrische voertuigen weegt 500 kilo en is ongeveer zo groot als een reiskoffer. Hij bevat 12,5 kilo lithium, 30 kilo nikkel, 22 kilo mangaan, 15 kilo kobalt, 100 kilo koper en 200 kilo aluminium, staal en plastic. Binnenin bevinden zich meer dan 6.000 individuele lithium-ioncellen. Om elke autobatterij te produceren, moet je 12.500 kilo pekel voor lithium, 15.000 kilo erts voor kobalt, 2500 kilo erts voor nikkel en 12.500 kilo erts voor koper verwerken. Alles bij elkaar graaf je 250.000 kilo van de aardkorst op voor één batterij.
𝗦𝗶𝗹𝗶𝗰𝗶𝘂𝗺 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝘇𝗼𝗻𝗻𝗲𝗽𝗮𝗻𝗲𝗹𝗲𝗻 Het grootste probleem met zonnepanelen zijn de chemicaliën die nodig zijn om silicaat te verwerken tot het silicium dat in de panelen wordt gebruikt. Om voldoende zuiver silicium te maken, moet het worden verwerkt met zoutzuur, zwavelzuur, salpeterzuur, waterstoffluoride, trichloorethaan en aceton. Daarnaast hebben ze ook gallium, arsenide, koper-indium-gallium-diselenide en cadmium-telluride nodig, die ook zeer giftig zijn. Siliciumstof is een gevaar voor de werknemers en de panelen kunnen niet worden gerecycled.
𝗪𝗶𝗻𝗱𝗺𝗼𝗹𝗲𝗻𝘀 Windmolens zijn het summum van ingebedde kosten en vernietiging van het milieu. Elke windmolen weegt 1688 ton (het equivalent van 23 huizen) en bevat 1300 ton beton, 295 ton staal, 48 ton ijzer, 24 ton glasvezel en de moeilijk te winnen zeldzame aarden neodymium, praseodymium en dysprosium. Elke wiek weegt 40.500 kilo en gaat 15 tot 20 jaar mee en moet dan vervangen worden. We kunnen gebruikte wieken niet recyclen.
𝗦𝗮𝗺𝗲𝗻𝘃𝗮𝘁𝘁𝗶𝗻𝗴 Er is misschien ergens een plek voor deze technologieën, maar je moet verder kijken dan de mythe van nul-emissies. “Groen gaan” klinkt misschien als het utopische ideaal, maar als je de verborgen en ingebedde kosten realistisch en met een open geest bekijkt, kun je zien dat “Groen gaan” destructiever is voor het milieu van de aarde dan op het eerste gezicht lijkt. Ik ben niet tegen mijnbouw, elektrische voertuigen, wind of zonne-energie, zeker niet op kleine schaal. Maar dit is wel de realiteit van de huidige groene ideologie. Mijn conclusie, en ik ben de ‘ongelukken’ niet vergeten, is dat nucleaire energie en waterstof een milieuvriendelijkere, schonere, groenere, veiligere kortom meer duurzame optie is dan de bovengenoemde alternatieven. 𝗔𝗻𝘁𝗼𝗻 𝗧𝗵𝗲𝘂𝗻𝗶𝘀𝘀𝗲𝗻