Prinsjesdag en bananenrepubliek

De derde dinsdag van september wordt in Nederland (de staat der nederlanden) Prinsjesdag genoemd.
Het staatshoofd spreekt dan in een Verenigde vergadering van de Staten-Generaal de troonrede uit. Daarin geeft de regering in algemene bewoordingen aan wat het regeringsbeleid zal zijn voor het komende jaar. Tegelijkertijd wordt op die dag de miljoenennota en de rijksbegroting voor het volgende jaar gepresenteerd.

Wetgeving

Artikel 65 van de Grondwet bepaalt dat op de derde dinsdag van september (…) door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid wordt gegeven. Artikel 105 lid 2 van de Grondwet voegt daaraan toe dat dit samenvalt met de indiening van de begroting.
Hierop volgen in de Tweede Kamer de algemene beschouwingen, waarna ook de rijksbegroting wordt besproken.

De bananenrepubliek

Geschiedenis

Prinsjesdag, (verjaardag van stadhouder Willem III op 14 november), door Jan Steen

Opening van de Staten-Generaal op 15 september 1925

De benaming ‘Prinsjesdag’ werd al in de 17e en 18e eeuw gebruikt voor de viering van de verjaardagen van de prinsen van Oranje. Na het Tweede Stadhouderloze Tijdperk en de geboorte van de latere Willem V van Oranje-Nassau op 8 maart 1748 en vooral in de patriottentijd werd zijn verjaardag aangegrepen om demonstraties van Oranjegezindheid te houden.

De eerste ‘Prinsjesdag’ in de betekenis waarin wij die nu kennen, vond plaats op 2 mei 1814. Hoewel de staatkundige verhoudingen sindsdien sterk veranderd zijn, is het principe van deze dag gelijk gebleven: Prinsjesdag is de dag waarop de vorst ten overstaan van het parlement de troonrede uitspreekt. Tot de grondwetsherziening van 1848 was de inhoud van de troonrede officieel een zaak van de vorst; na 1848 bepaalden de ministers wat de Koning zou zeggen. Het duurde echter tot na de Eerste Wereldoorlog voordat de troonrede zijn huidige karakter kreeg, een schets van de stand van zaken en een presentatie van de plannen voor het volgende parlementaire jaar. Het voorlezen van de troonrede is gelieerd aan de opening van de zitting van de Staten-Generaal, die sinds 1888 plaatsvindt op de derde dinsdag van september.

Vanouds is in de Grondwet bepaald op welke dag Prinsjesdag valt. In de eerste helft van de negentiende eeuw werd de zitting van de Staten-Generaal aanvankelijk op de eerste maandag in november geopend, en later op de derde maandag in oktober. Toen in 1848 een een jaarlijkse begroting werd ingevoerd, wilde de Tweede Kamer meer tijd hebben om deze begroting te behandelen. Daarom werd het zittingsjaar van het parlement verlengd door de openingsdatum nog een maand te vervroegen, naar september.

De maandag was echter geen ideale dag. Voor een groot aantal parlementsleden uit afgelegen delen van het land was het moeilijk om op maandag tijdig in Den Haag te zijn. Om te voorkomen dat zij op zondag moesten reizen, (zondagsrust), werd bij de grondwetswijziging van 1887 de maandag vervangen door de dinsdag.

De benaming ‘Prinsjesdag’ voor de opening van de zitting der Staten-Generaal raakte rond 1930 in zwang. In 1931 werd het uitspreken van de troonrede voor het eerst gefilmd. De microfoon stond naast de troon van koningin Wilhelmina.

De jaarlijkse zitting van het volledige parlement werd niet alleen verlengd door haar vroeger te openen, maar ook door haar later te sluiten. Uiteindelijk reed op maandag, daags voor Prinsjesdag, de minister van Binnenlandse Zaken in een hofrijtuig naar de Ridderzaal om de zitting te sluiten. Minister De Gaay Fortman ging gewoon in zijn dienstauto, maar zijn opvolger Hans Wiegel herstelde de koets in ere en trok zelfs een negentiende-eeuws uniform aan, compleet met steek.

Sinds 1983 spreekt de Grondwet niet meer over de zitting van de Staten-Generaal. Deze hoeft dus ook niet meer geopend en gesloten te worden. Sindsdien is deze dag in de Grondwet gehandhaafd als de dag waarop de troonrede wordt uitgesproken.

In 2017 werd de begroting gepresenteerd met een demissionair kabinet. In verband met de vergevorderde formatieonderhandelingen en de veranderingen die het nieuwe regeerakkoord voor de begroting zouden hebben, waren er aansluitend aan het aanbieden van de miljoenennota in de Tweede Kamer geen algemene beschouwingen.

Ceremonie

Minister van Justitie Van Schaik arriveert in ministersuniform bij de Ridderzaal op Prinsjesdag 1934
Eerste Prinsjesdag met koningin Juliana als nieuwe vorstin. De Gouden Koets, hier op de hoek van de Korte Vijverberg in Den Haag, op weg naar de Ridderzaal, 21 september 1948
Leden van het Cavalerie ere-escorte oefenen op het strand in Scheveningen voor Prinsjesdag 2013. De betrokken paarden en ruiters worden aan een laatste zware test onderworpen door ze bloot te stellen aan geweervuur, kanonslagen, muziek en rook.

Het was lange tijd regel de troonrede uit te spreken in de Ridderzaal. Traditiegetrouw ging de Koning in optocht per koets naar de Ridderzaal, waarbij het volk langs de route gelegenheid werd gegeven het staatshoofd toe te juichen. In 2020 kwam daar vooralsnog een eind aan wegens de COVID-19-pandemie. Ook in 2021 was er geen optocht met koetsen. In beide jaren werd de troonrede uitgesproken in de Grote Kerk in Den Haag, omdat daar meer plaats is om ter bescherming van een eventuele besmetting met het COVID-19-virus de parlementsleden op anderhalve meter afstand van elkaar te laten plaatsnemen. In plaats van door paarden getrokken koetsen vertrok het koninklijk gezelschap in vier hofauto’s naar zijn bestemming. Militair vertoon was er die jaren alleen nog bij de ingang van de Grote Kerk waar een militaire erewacht het koninklijk gezelschap opwachtte.

In 2001 was er als eerbetoon aan de slachtoffers van de terroristische aanslagen van 11 september in Washington en New York geen begeleidend militair muziekkorps bij de koninklijke stoet aanwezig. De Gouden Koets hield toen ook kort halt bij de Amerikaanse ambassade.

Voorafgaand aan de troonrede trekt er een koninklijke stoet door Den Haag. De stoet vertrok tot en met 2019 op of rond 13.00 uur van Paleis Noordeinde en kwam tot in 2019 ongeveer 25 minuten later aan bij de Ridderzaal, waarop het voorlezen van de troonrede begon.[5] Om circa 14.00 uur begaf de stoet zich weer terug naar het Paleis Noordeinde.

Bij het vertrek van de Koning groet hij het vaandel van het krijgsmachtonderdeel dat bij het paleis is opgesteld en wordt het Wilhelmus gespeeld.

Koetsen

De Gouden Koets op Prinsjesdag 2007

De Koning en de belangrijkste leden van het Koninklijk Huis maken de rijtoer normaliter met de Gouden Koets, respectievelijk gala-glasberline. Dit gebruik stamt uit 1912; voor die tijd werd gebruikgemaakt van de Glazen Koets, die daarna tot en met 2019 werd gebruikt bij de generale repetitie van Prinsjesdag. De Glazen Koets verving op Prinsjesdag zelf van 2015 tot en met 2019 de Gouden Koets, die gerestaureerd werd.[6]

De Gouden Koets op Prinsjesdag 2011

Route

De route ging tot en met 2019 niet langs de kortste weg van Paleis Noordeinde naar het Binnenhof. De gebruikelijke route was: Noordeinde, Heulstraat, Kneuterdijk, Lange Voorhout, Tournooiveld, Korte Vijverberg, Binnenhof, bij elkaar ruim een kilometer. Deze route was in gebruik sinds 1925, toen door een verhoging van de straat het niet langer mogelijk was om onder de Stadhouderspoort aan de voorzijde van het Binnenhof door te gaan – de Gouden Koets kwam sindsdien via de Mauritspoort en de Binnenpoort het Binnenhof op.

Koninklijke stoet

De koninklijke stoet ging vergezeld van veel militair vertoon en bestond tot en met 2019 achtereenvolgens uit:

  • Koninklijke Militaire Kapel “Johan Willem Friso”
  • Commandant Garderegiment Grenadiers en Jagers en adjudant
  • Vaandelwacht Garderegiment Grenadiers en Jagers
  • Ere-Compagnie Garderegiment Grenadiers en Jagers (Grenadiers)
  • Commandant Bereden ere-escorte der Koninklijke Marechaussee met twee vleugeladjudanten
  • Bereden standaardwacht der Koninklijke Marechaussee
  • Peloton bereden ere-escorte der Koninklijke Marechaussee
  • Commandant ere-escorte Cavalerie met trompetters en paukenpaard (Heerpauken)
  • Bereden standaardwacht der Cavalerie
  • Bereden ere-escorte der Cavalerie (eerste peloton)
  • Rijknecht-majoor met twee rijknechten te paard
  • Eerste rijtuig: bespannen met 2 paarden, vergezeld door een lakei bij elk portier, met daarin:
    • Kamerheer van de Koning
    • Ceremoniemeester van het Hof
  • Tweede rijtuig: bespannen met 2 paarden, vergezeld door een lakei bij elk portier, met daarin:
    • Grootmeester van het Huis van Z.M. de Koning
    • Grootmeesteres van Z.M. de Koning
  • Commandant Bereden ere-escorte Landelijke Eenheid Bereden van de Nationale Politie met twee vleugeladjudanten
  • “Clique” (bont paukenpaard en 8 trompetters) van de Landelijke Eenheid Bereden van de Nationale Politie
  • Bereden standaardwacht van de Nationale Politie
  • Bereden ere-escorte van de Landelijke Eenheid Bereden van de Nationale Politie (eerste peloton)
  • Derde rijtuig: Gala-glasberline, bespannen met 4 paarden, vergezeld door een hulpkoetsier bij elk paard en twee lakeien aan elke zijde van de koets, met daarin:
    • Z.K.H. prins Constantijn
    • H.K.H. prinses Laurentien
  • Escorterende bereden adjudanten van Z.M. de Koning
  • Bereden ere-escorte van de Landelijke Eenheid Bereden van de Nationale Politie (tweede peloton)
  • Vierde rijtuig: Gouden Koets, bespannen met 8 paarden, vergezeld door een hulpkoetsier bij elk paard, een postiljon op het paard links vooraan en vier lakeien aan elke zijde van de koets, met daarin:
    • Z.M. Koning Willem-Alexander
    • H.M. koningin Máxima

(Prins(ess)en van 18 jaar en ouder mogen meerijden)

  • Escorterende bereden adjudanten van Z.M. de Koning
  • Adjudant-generaal, tevens Chef Militaire Huis van Z.M. de Koning te paard
  • Bereden ere-escorte der Cavalerie (tweede peloton)

De stalmeester van de Koning te paard had een vrije plaats binnen de stoet. Er liepen 68 paarden mee. Een klein deel was afkomstig van de Koninklijke Stallen, maar omdat het leger geen paarden meer heeft werd een groot deel tijdelijk afgestaan door particulieren en bereden door de Cavalerie Ere-Escorte.

Erewacht

Militairen in een erewacht, 2015

Langs de route stonden tot en met 2019 erewachten en orkesten van alle delen van de krijgsmacht. Voor Paleis Noordeinde stond de Koninklijke Luchtmacht, met de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht en voor de Ridderzaal het Korps Mariniers met de Marinierskapel. Deze muziekkorpsen spelen het Wilhelmus wanneer de Koning het paleis verlaat en wanneer hij bij de Ridderzaal arriveert. Verspreid over de route stonden verscheidene detachementen van het Korps Nationale Reserve en andere parate eenheden, zoals de Luchtmobiele brigade.

De burgerbevolking werd in de erewacht vertegenwoordigd door groepen van verschillende studentenweerbaarheden. Tevens was er ieder jaar een burgerdeputatie uit een van de provincies.

Minuutschoten

Saluutschoten tijdens Prinsjesdag 2015

Vanaf het vertrek van de Koning van Paleis Noordeinde tot het moment van zijn terugkeer werden tot en met 2019 minuutschoten afgegeven vanaf het Malieveld door het Korps Rijdende Artillerie.

Troonrede

Koning Willem-Alexander beantwoordt het geneigde vaandel bij aankomst bij de Ridderzaal (Prinsjesdag 2013)

Bij aankomst van de Koning groet hij het vaandel van het krijgsmachtonderdeel dat is opgesteld en wordt het Wilhelmus gespeeld. Vervolgens wordt hij ontvangen door de commissie van in- en uitgeleide, die het koninklijke gezelschap naar hun zitplaatsen begeleidt. De voorzitter van de Verenigde Vergadering maakt de komst van het staatshoofd bekend door het roepen van de woorden “De Koning!” Alle aanwezigen gaan hierop staan. Zodra de Koning op de troon heeft plaatsgenomen, gaat iedereen zitten. De Koning leest vervolgens de troonrede voor, die traditioneel begint met de woorden: “Leden van de Staten Generaal…” Na het voorlezen van de troonrede roept de voorzitter van de Verenigde Vergadering: “Leve de Koning!”, waarop alle aanwezigen dienen te antwoorden met “Hoera! Hoera! Hoera!” Vervolgens vertrekt de Koning met zijn gevolg naar de naastgelegen Koninginnekamer. Om circa 13.50 uur vertrekt de stoet weer naar het Paleis Noordeinde.

Muzikale omlijsting

Sinds 1980 is het gebruikelijk dat bij de binnenkomst van de Koning in de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal door een blazersensemble van het Residentieorkest het muziekstuk ’Entrada della Regina’ van de componist Jurriaan Andriessen ten gehore wordt gebracht. Het stuk is gecomponeerd bij gelegenheid van de inhuldiging van koningin Beatrix in Amsterdam. Na haar abdicatie is het gebruik onder koning Willem-Alexander voortgezet. Na afloop van de Verenigde Vergadering wordt bij het verlaten van de Ridderzaal door de voorzitter en de leden van de Staten-Generaal sinds 2015 het muziekstuk ‘Hymne voor de Staten-Generaal’, een compositie van Johan de Meij, ten gehore gebracht. Dit stuk is in dat jaar gecomponeerd bij gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Staten-Generaal als bicameraal parlement.

Balkonscène

Na terugkomst in Paleis Noordeinde volgde er tot en met 2019 om 14.00 uur de balkonscène, waarbij de aanwezige leden van het Koninklijk Huis op het balkon van het paleis door het volk werden toegejuicht. Deze balkonscène werd om veiligheidsredenen in de jaren zestig ingevoerd – voordien stapte de familie, als het weer het toeliet, na terugkomst in het paleis van de Gouden Koets over in een open koets die met dravende paarden door Den Haag reed. In 2020 en 2021 was er vanwege de coronapandemie geen balkonscène.

In het begin kwamen alleen de koningin en haar gemaal op het balkon, in 1985 kwam prins Willem-Alexander erbij en in 1988 de drie prinsen. Vanaf 2013 komen koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prins Constantijn en zijn echtgenote Laurentien naar buiten.

De hele ceremonie rond Prinsjesdag wordt traditiegetrouw rechtstreeks op de televisie uitgezonden door de NOS.

Prinsjesdagstukken

Aanbieding van het koffertje in de Tweede Kamer tijdens Prinsjesdag 2015
Minister van FinanciënOnno Ruding op Prinsjesdag 1983

De Prinsjesdagstukken bestaan uit de miljoenennota, de rijksbegroting, het Belastingplan en het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen (de voorafgaande laatste ronde van overleg binnen het kabinet is in de laatste twee weken van augustus, het is de zogeheten ‘augustusbesluitvorming’. Hierin worden eventueel nog parameters bijgesteld op basis van recente koopkrachtramingen).

De minister van Financiën draagt een koffertje met het opschrift “Derde dinsdag in september”, met – naar men zegt – de miljoenennota. In werkelijkheid is de miljoenennota op papier veel te volumineus om in het koffertje te passen, maar tegenwoordig staat de miljoenennota op een cd. De miljoenennota wordt officieel tot Prinsjesdag geheimgehouden (maar eventueel wel onder embargo verstrekt aan de media), al lekken delen ervan doorgaans uit. In 2008 werd de miljoenennota al op de voorafgaande zaterdag in NRC Handelsblad gepubliceerd. Rol van het staatshoofd

Prinsjesdag ontleent een groot deel van zijn luister aan de rol van de Koning en zijn Huis. Maar onomstreden is die rol nooit geweest. Al in 1872 uitte Abraham Kuyper in De Standaard kritiek op het voorlezen van de troonrede door de Koning. Gezien de in 1848 ingevoerde ministeriële verantwoordelijkheid diende volgens hem een der ministers deze taak uit te voeren; zij hebben de troonrede geschreven. In zijn regeerjaren heeft Kuyper de traditie echter in ere gelaten.

Honderd jaar na Kuyper kwam Tweede Kamervoorzitter Anne Vondeling met een voorstel tot wijziging van het scenario: de Koning zou voortaan bij het uitspreken van de troonrede niet worden omringd door de leden van zijn Huis, maar door de leden van zijn regering.

Incidenten

1963

Op Prinsjesdag 1963 sloeg tijdens de rijtoer naar de Ridderzaal een van de paarden van de Crème Calèche met de prinsessen op het Lange Voorhout op hol. Het rijtuig kwam tegen een boom tot stilstand. Niemand raakte gewond en de schade aan het rijtuig was beperkt. De prinsessen Beatrix, Irene en Margriet konden echter hun rit in de calèche niet voortzetten en stapten bij hun ouders in de Gouden Koets.

2001

In 2001 viel Prinsjesdag een week na de aanslag van 11 september in de Verenigde Staten. Als gevolg hiervan werd besloten geen muziek te spelen tijdens de rijtoer. De Gouden Koets stond bij het passeren van de Amerikaanse ambassade aan het Lange Voorhout enkele ogenblikken stil om een groet aan de Amerikanen te brengen. Dat was zeer ongebruikelijk, want volgens het protocol hoeft het staatshoofd nooit te wachten.

2010

Op 21 september 2010 werd tijdens Prinsjesdag de stoet van de Koningin licht verstoord. Een 29-jarige man wierp vanuit het publiek een ruim 600 gram wegende glazen waxinelichthouder tegen de ruit van de Gouden Koets. Hij werd vrijwel meteen door omstanders overmeesterd en overgedragen aan de politie. Onderzoek in het Pieter Baan Centrum wees uit dat de man aan een waanstoornis leed. De rechtbank achtte hem op grond daarvan volledig ontoerekeningsvatbaar en legde hem op 16 september 2011 de maatregel op van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van maximaal een jaar. In hoger beroep werd hij door het Gerechtshof op 1 februari 2013 veroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf. Het Hof verwierp de ontoerekeningsvatbaarheid van de man, die daarmee niet hoefde te worden opgenomen in een psychiatrische kliniek.

Plaats een reactie