Categorie archief: Projecten

Project Artichoke

Project ARTICHOKE (ook Operatie ARTICHOKE genoemd) was een project van de Central Intelligence Agency (CIA) dat onderzoek deed naar ondervragingsmethoden.

Voorafgegaan door Project BLUEBIRD, ontstond ARTICHOKE officieel op 20 augustus 1951 en werd uitgevoerd door het Office of Scientific Intelligence van de CIA. Het primaire doel van Project ARTICHOKE was om te bepalen of een persoon onvrijwillig kon worden overgehaald tot het uitvoeren van een daad van poging tot moord. Het project bestudeerde ook hypnose, gedwongen morfineverslaving (en daaropvolgende gedwongen ontwenning) en het gebruik van andere chemicaliën, waaronder LSD, om amnesie en andere kwetsbare toestanden in proefpersonen te veroorzaken.

Project ARTICHOKE leidde tot Project MKUltra, dat in 1953 van start ging.

Het project

ARTICHOKE was een geestcontroleprogramma dat informatie verzamelde samen met de inlichtingendivisies van het leger, de marine, de luchtmacht en de FBI. Bovendien werd de reikwijdte van het project geschetst in een memo van januari 1952 waarin werd gevraagd: “Kunnen we de controle over een individu zover krijgen dat hij tegen zijn wil en zelfs tegen fundamentele natuurwetten, zoals zelfbehoud, ons bieden zal?”

Project ARTICHOKE was de geheime codenaam van de Central Intelligence Agency voor het uitvoeren van interne en overzeese experimenten waarbij LSD, hypnose en totale isolatie werden gebruikt als vormen van fysiologische intimidatie voor speciale ondervragingen van menselijke proefpersonen. Aanvankelijk gebruikten agenten cocaïne, marihuana, heroïne, peyote en mescaline, maar ze zagen steeds meer LSD als de meest veelbelovende drug. De proefpersonen die dit project verlieten, werden beslagen met geheugenverlies, wat resulteerde in gebrekkige en vage herinneringen aan de ervaring. In 1952 werd LSD steeds vaker aan onwetende CIA-agenten gegeven om de effecten van de drug op nietsvermoedende mensen vast te stellen. Eén record vermeldt dat een agent 77 dagen lang aan de LSD werd gehouden.[10]

ARTICHOKE onderzocht de mogelijkheden van knokkelkoorts en andere ziekten. In een vrijgegeven memo van ARTICHOKE staat: “Niet alle virussen hoeven dodelijk te zijn… het doel omvat die virussen die werken als korte- en langetermijnincapaciterende agentia.”

De CIA betwistte welke afdeling de operatie zou overnemen. Uiteindelijk werd besloten dat een agent van de onderzoeksstaf van de CIA, voormalig brigadegeneraal van het Amerikaanse leger Paul F. Gaynor, er toezicht op zou houden. De CIA probeerde controle te krijgen over wat zij beschouwde als de “zwakkere” en “minder intelligente” segmenten van de samenleving of voor potentiële agenten, overlopers, vluchtelingen, krijgsgevangenen en anderen. In een CIA-rapport staat dat als hypnose slaagde, moordenaars konden worden gecreëerd om “een prominente [bewerkte] politicus of indien nodig, [een] Amerikaanse ambtenaar te vermoorden.” De overzeese operaties vonden plaats op locaties in heel Europa, Japan, Zuidoost-Azië en de Filippijnen. Teams werden samengesteld om deze operaties te leiden en hen werd verteld om “op de overzeese bases operationele experimenten uit te voeren waarbij vreemdelingen als proefpersonen werden gebruikt
Bron: wikipedia